Nederlanders zijn geen medaillekandidaat bij het EK in Reutum en Tilligte. Maar: “Duitsers moeten wel tegenstand krijgen.”
Een kloot kan niet alleen rollen, maar kan ook een eind door de lucht vliegen. Het gooien met de kloot wordt zetten genoemd. In Nederland is dit de minst geliefde tak van de klootschietsport.
Wedstrijden op het veld en de straat zijn hier veel populairder. Toch moeten de Nederlandse klootschieters ook zetten.
Op het veld naast café-restaurant De Molenberg in Reutum komen deze zaterdagmiddag tientallers klootschieters bij elkaar: mannen, vrouwen, jongens en meisjes. Ze strijden er om een plek in de Nederlandse selectie. In het hemelvaartweekend wordt in Reutum en Tilligte het EK klootschieten gehouden. Op de straat en het veld zijn de Nederlanders kansrijk voor een medaille, maar bij het zetten niet. Dat betekent niet dat de Nederlandse Klootschietbond dit onderdeel laat varen. Ook met het zetten moeten de Nederlanders een goed figuur slaan.
“De Duitsers moeten wel wat tegenstand krijgen”, vindt Jan Wiegers uit het Gelderse Geesteren. Hij kijkt deze middag aandachtig naar de worpen van de mannen. Wiegers is de bondscoach van de mannen en moet beoordelen wie geselecteerd wordt. Wiegers staat naast de baan. Ongevaarlijk is dat niet. De harde ballen van 475 gram vliegen soms over zijn hoofd. Als Melle Analbers aanstalten maakt om te gooien, stapt iedereen een flink aantal passen achteruit. Analbers kan ver gooien. En dat weten de kenners.
De kloot landt inderdaad een stuk verder dan bij de vorige klootschieters. “Dat is zo’n 72 à 73 meter”, schat Wiegers. Voor Nederlandse begrippen een flinke afstand. Maar voor het EK zal het niet toereikend zijn om een medaille te winnen. Het zetten wordt volgens Wiegers gedomineerd door de Duitsers.
Jos Klein Gebbink hoopt dat die hegemonie doorbroken kan worden. De inwoner van Groenlo, bondscoach van de junioren, verwacht op het EK geen medailles op het onderdeel zetten. “Misschien halen we met de landenploeg de vierde plek. Dat lijkt het hoogst haalbare”, zegt Klein Gebbink. Hij beslist welke jongens en meisjes naar het EK gaan. Er zijn niet veel junioren naar Reutum afgereisd om aan de selectiewedstrijd deel te nemen. Klein Gebbink schat dat het er niet meer dan twintig zijn. “De jeugd is leergierig. Duitsland is nog altijd het land van het zetten, maar hier wordt het wel populairder. De Nederlandse Klootschietbond promoot het ook meer”, zegt Klein Gebbink.
De samenkomst in Reutum is voor de klootschieters de enige test om te laten zien hoe ver ze kunnen gooien. Meer selectiedagen zijn er niet.
Tijdens de vrouwenwedstrijd steken aan het einde van de baan opeens drie mannen hun handen in de lucht. Het is een vreemd gezicht. Het lijkt wel of ze de kloot willen vangen. Maar dat doen ze niet. Als de kloot weggeworpen wordt, gaan de zes handen omlaag. “Het omhoog steken van de handen is een aanmoediging.” Een selectiewedstrijd is normaal gesproken een serieuze aangelegenheid. Maar er wordt ook gedold. De begeleiders van de club KV Niej Haarbig gaan bij een poging van een deelneemster midden op de baan staan. “Ik kop wel door”, grapt een van hen, die geen verre worp verwacht.
Voorlopige selectie bekend
Na de wedstrijden in Reutum is de voorlopige selectie zetten voor het EK bekendgemaakt.
De selectie van de mannen: Melle Analbers, Rob Scholten, Luuk Sanderink, Bas Senger, Luuk ten Dam, Mark Oude Luttikhuis, Tom Kemperink, Richard Vliermans, Dennis Monninkhof en Thomas Scheffer.
De selectie van de vrouwen bestaat uit Merlin Leussink, Silke Tulk, Richelle ter Heege IJland en Karlijn Lammerink.
De voorselectie van de jongens: William Hobbelink, Patrick Zieverink, Pim te Bogt en Carsten Hogt.
Renske Arends is bij de meisjes geselecteerd.
Er werd gespeeld op twee banen. Op de eerste baan ontstond aan het begin van de wedstrijdmiddag onenigheid over de meting.
Uiteindelijk is besloten enkele wedstrijden opnieuw te spelen.
Foto: Toma Tudor
Geen reacties